Reisverslag 16 | Van Tonga naar Nieuw Zeeland

Bibi Brongers | 17-01-2020

Reisverslag 16 | Van Tonga naar Nieuw Zeeland

 

Na een oversteek van 1000 zeemijl varen we Vava’u binnen, de noordelijkste eilandengroep van Tonga. De ruige rotsen doen ons denken aan Noorwegen, maar hoe dichterbij we komen, des te groener het wordt. Tropische vogels zingen luid hun lied in het bos, dat tot het water reikt.

Verschillende zeevogels vliegen over het water op jacht naar een lekker visje. Ook wij gooien fanatiek de hengels uit, maar helaas met minder succes. Gelukkig maakt het prachtige zeilgebied vol eilandjes en baaitjes alles goed. Als we bij de douane zijn ingeklaard, besluiten we dan ook om voor anker te gaan liggen bij een onbewoond eiland. Het eiland is enkel bewoond door honderden palmbomen en stukken aangespoeld plastic. Niels en ik besluiten hier onze slag te slaan. We lopen een rondje om het eiland en verzamelen in een grote tas plastic om te recyclen. Daarna gaan we op pad met een zelfgemaakt hakmes. Na een ochtendje hakken, klimmen, zagen en slepen hebben we een buit van 150 kokosnoten in het gangboord liggen. Voorlopig zijn we voorzien van liters vers klapperwater, de perfecte dorstlesser! Het zelfvoorzienend leven is hier goed vol te houden.

Het gevonden plastic besluiten we een paar dagen later te gaan recyclen. Maar het maken van een bloempotje blijkt niet geheel zonder risico’s. Tijdens het recycleproces rolt de pers van de zonneoven van tafel en knalt met een harde dreun op de grond. Met opluchting kijken we naar de grond. “Dat ging maar net goed!”, roept Niels. Maar als ik nog een keer naar mijn roodgelakte teennagels kijk zie ik dat het net niet goed is gegaan. Mijn teennagel ligt dwars doormidden en bloed als een gek. Tjerk komt in actie en kan zijn rol als dokter vervullen. De verbanddozen komen tevoorschijn en er wordt een flinke spuit in mijn voet gezet. Daarna wordt de rest van mijn nagel weggeknipt, aiii!! De dagen erna moet ik met mijn voet omhoog zitten, wat erg lastig is op de boot. Gelukkig houden de mannen me goed in de gaten en word ik verwend met kilo’s chocolade!

Een week later gaat de wekker vroeg. Een marathon aan schoolbezoeken staat ons te wachten, we hebben er zin in! Enkele maanden geleden hebben we al een bezoek aan twee basisscholen gepland en de dag van tevoren komt er nog spontaan een derde bij. Het voelt goed om hier iets te kunnen doen, want op straat is het hier een heel andere aanblik dan we gewend waren in Frans-Polynesië. Er ligt ontzettend veel afval: plastic flesjes, lege chips- en snoepzakjes en vooral veel blikjes. 

We ontbijten vlug en verkijken ons erop hoeveel spullen we naar de kant moeten brengen. Dat wordt twee keer heen en weer varen. Op de kant staat een team van de lokale overheid op ons te wachten. Zij hebben een bewustwordingsprogramma over afval op de basisscholen, waarin onze les goed past. De hele dag helpen ze ons fantastisch!

Zodra we de school in zicht krijgen zien we een grote groep kinderen staan, die ons vol verwachting opwachten. Alle kinderen dragen een schooluniform en de meisjes hebben prachtige lange vlechten met linten in hun haren. We beginnen de les met een presentatie. Tjerk vertelt over de reis rond de wereld, Niels over zelfvoorzienend leven en ik over het probleem van afval in zee. Het is ontzettend leuk om met de kinderen over deze onderwerpen te praten en te zien dat het indruk op ze maakt. Na de presentatie gaan we aan de slag met de shredder en de zonneoven. Sommige kinderen draaien verlegen aan het wiel van de shredder, maar na wat aanmoedigingen verschijnt er voorzichtig een grote lach op hun gezichtjes.

In totaal hebben we deze dag zo’n 250 kinderen bereikt, verspreid over drie scholen. We zijn bekaf en varen langzaam met alle spullen terug naar de boot. We praten na en hopen veel kinderen te hebben geïnspireerd. Voldaan sluiten we de dag af.

Na de activiteiten op de scholen is het tijd om de onderwaterwereld van Tonga te ontdekken. We zijn het er unaniem over eens dat we hier het mooiste koraal hebben gezien van onze reis in de Pacific. De verschillende soorten koraal strijden om een plekje op het rif en we zien vissen in de gekste kleurencombinaties, vormen en patronen. Daarnaast staat Tonga bekend als een van de beste plekken ter wereld om walvissen te spotten. Dit is het seizoen dat de bultrugwalvissen naar de tropische wateren van Tonga komen om te paren. Als we ‘s ochtends een paar enorme plonzen zien en metershoge waterkanonnen, veroorzaakt door de walvissen, springen we aan boord bij zeilvrienden op de Vagebond. Met de walvissen in de verte staan we de hele middag op de uitkijk. Na een dag op pad te zijn geweest, zeilen we uiteindelijk terug naar de ankerplek. Maar dan zien we het gespuit van de walvissen, dit keer naast de New Nexus! De spanning is te voelen… Zou dit het moment zijn dat we met de walvissen gaan zwemmen? Terwijl wij vaart zetten richting de New Nexus, hebben we geluk. De walvissen komen onze kant op! Dit is onze kans! We springen het water in en zwemmen zo snel we kunnen. Ik kijk boven water. Rechts voor me zie ik de rest, daar moet ik naar toe. Maar als ik recht voor me kijk zie ik de rugvin van het enorme dier recht op me af komen. Gelukkig roept Hans vanaf de Vagebond welke kant ik op moet en kom ik bij de anderen aan. Als ik mijn hoofd snel weer onder water doe, zwemmen er twee enorme walvissen voor mij langs. Terwijl ik de dieren in mij opneem en denk dat het niet mooier kan worden, komt een moeder met haar kalf tevoorschijn. Het kleine beest zwemt in het kielzog van haar moeder mee richting de uitgang van de pas. Als ik denk dat ze allemaal voorbij gezwommen zijn en ik nog een laatste blik naar beneden werp, komt er uit het niets nog een walvis aan. Hij zwemt recht onder mij door. Het scheelt misschien een paar meter. Wat een imposant dier en wat een gigantische staart! Mijn hart klopt in mijn keel en de hele wereld lijkt een moment stil te staan. Adembenemende momenten waar we nog lange tijd van nagenieten. 

Naast al dit moois staat Tonga ook in het teken van de oversteek naar Nieuw Zeeland. Een spannende oversteek, want eens in de zoveel dagen wordt het gebied boven Nieuw Zeeland geteisterd door een storm vanuit het zuidwesten. We bereiden de boot dan ook extra goed voor en lopen de veiligheidsuitrusting door. Het weer is het gesprek van de dag. Tactieken worden besproken en de weervensters worden nauwlettend in de gaten gehouden. Op 23 oktober is het dan zover, de knoop wordt doorgehakt en we halen het anker op. 

Na twee dagen passeren we het Minerva Reef; een rif midden in de oceaan en tevens een veilige ankerplek op weg naar Nieuw Zeeland. Het weervenster lijkt nog steeds goed, dus wij besluiten ons laatste toevluchtsoord voorbij te varen. We zetten koers op het zuiden en het wordt iedere nacht een graad kouder. Zwembroeken maken plaats voor complete zeilpakken. Drie dagen later valt de wind ’s nachts plotseling weg. Het is pikkedonker en de horizon wordt geregeld verlicht door bliksemflitsen. Met de elektrische motor proberen we van het onweer weg te varen, maar we worden gestaag ingehaald. De spanning aan boord stijgt bij elke flits. We leggen de navigatie-iPad en de satelliettelefoon in de oven, om schade in geval van een inslag te voorkomen. Gelukkig komt het niet zover!

Daarna begint mijn nachtwacht en in spanning wacht ik op de wind die komen gaat. Rond 03:00 uur trekt de wind aan tot 15 knopen. We varen met dubbel gereefd grootzeil en half ingerolde genua verder, want via de satelliettelefoon hebben we een windvoorspelling van 26 knopen ontvangen. Een uurtje later neemt Tjerk mijn dienst over. Bij het aanbreken van de dag is de zee grauw en onrustig. Een grote grijze wolkenmassa rolt onze kant op. Binnen een aantal seconden neemt de wind in grote kracht toe en ligt de boot bijna plat. Niels schiet naar buiten en begint meteen de genua in te rollen tot er ongeveer de grootte van een zakdoek overblijft. Met windvlagen van 50 knopen en een snelheid van 8,5 knoop stuiven we voor de wind richting het noorden. Na een uur stabiliseert de wind zich naar zuid 30-35 knopen met vlagen van 40 knopen. De zee wordt met het uur ruiger en als Niels zijn dienst begint, beuken we tegen golven van 4-5 meter in. Tot twee keer toe breekt er een golf over de boot heen en hebben we een paar honderd liter water in de kuip staan. Het water blijkt niet te worden afgevoerd door de zelf-lozers, dus we moeten de kuip leeghozen met de puts-emmer. Dit terwijl de zee hard zijn best doet de kuip weer te vullen en ons door de kuip te slingeren.

De rest van de dag wordt de boot met de hand gestuurd en zodra een golf over het schip dreigt te slaan, wordt er 20 graden opgestuurd om recht over de golf te gaan. De boot houdt zich fantastisch en herstelt zich na elke golf en windvlaag. Samen trotseren we de elementen.

De wind neemt steeds verder af, tot we van het ene uiterste in het andere terechtkomen. Vier dagen lang liggen we middenin een hogedrukgebied zonder wind en op een spiegelgladde zee. Zo doen we over een relatief korte tocht van 1100 zeemijl toch opeens 16 dagen. Maar dan varen we de Bay of Islands binnen en komt de heerlijke geur van dennenbossen ons tegemoet. Als we zijn goedgekeurd door de douane, zetten we eindelijk voet aan land. Nieuw Zeeland, we hebben het gehaald!